Bij het boogschieten speelt het trekgewicht van de boog een cruciale rol. Het beïnvloedt de controle en precisie van de schutter en kan ook de lichamelijke belasting en vermoeidheid beïnvloeden. Daarom is het belangrijk om het juiste trekgewicht voor de individuele schutter te vinden, om zowel technisch correct als veilig te schieten.
Basisprincipes van het trekgewicht
Het trekgewicht verwijst naar de kracht die nodig is om de pees van de boog tot een bepaald punt, het zogenaamde ankerpunt, te trekken. Dit gewicht wordt meestal aangegeven in ponden (lbs) of kilogram (kg). De afkorting lb staat voor het Latijnse woord "libra", wat in het Nederlands "pond" betekent. De meervoudsvorm "lbs" wordt in de Amerikaanse ruimte gebruikt.
Aanbevelingen voor verschillende boogtypen en schutters
Trekkrachten voor mannen voor lange- en recurvebogen:
- Jongeren tot 12 jaar: 14-20 lbs (6–9 kg)
- Gelegenheidssporters: 20-28 lbs (9-13 kg)
- Sportieve mannen: 28-32 lbs (13-15 kg)
- Actieve sporters: 32-40 lbs (15-18 kg)
Trekkrachten voor mannen voor compoundbogen:
- Jongeren tot 12 jaar: 34-40 lbs (15-18 kg)
- Gelegenheidssporters: 40-48 lbs (18-22 kg)
- Sportieve mannen: 48-52 lbs (22-24 kg)
- Actieve sporters: 52-60 lbs (24-27 kg)
Trekkrachten voor vrouwen voor lange- en recurvebogen:
- Jongeren tot 12 jaar: 10-16 lbs (5-7 kg)
- Gelegenheidssporters: 16-24 lbs (7-11 kg)
- Sportieve vrouwen: 24-28 lbs (11-13 kg)
- Actieve sportsters: 28-34 lbs (13-16 kg)
Trekgewichten voor vrouwen voor compoundboog:
- Jongeren tot 12 jaar: 30-36 lbs (13-16 kg)
- Gelegenheidssporters: 36-44 lbs (16-20 kg)
- Sportieve vrouwen: 44-48 lbs (20-22 kg)
- Actieve sportsters: 48-54 lbs (22-25 kg)
Deze gegevens zijn slechts richtlijnen. Het wordt aanbevolen om eerst voor een lager trekgewicht te kiezen om technisch goed te schieten, voordat men overstapt naar een hoger trekgewicht.
Bepaling van het individuele trekgewicht
Wie het exacte trekgewicht wil bepalen, kan dit doen met een veerweger. De veerweger wordt onder de pijl in de pees haak gezet. Vervolgens trekt men de boog met de veerweger tot het ankerpunt. De afgelezen waarde geeft het trekgewicht aan. Het wordt aanbevolen om ongeveer drie metingen uit te voeren om een nauwkeurig resultaat te verkrijgen.
Tot slot is het belangrijk te benadrukken dat de keuze van het trekgewicht niet alleen afhangt van de fysieke capaciteiten, maar ook van de techniek en ervaring van de schutter. Een ervaren trainer of vakhandelaar kan aanvullende begeleiding bieden om het optimale trekgewicht voor de individuele persoon te vinden.