De Jägervereniging Mecklenburg-Vorpommern zet zich in voor de wettelijke toelating van de jacht met pijl en boog. Deze eis, die aanvankelijk ongebruikelijk lijkt, is volkomen logisch onderbouwd en wordt door de vereniging uitvoerig toegelicht.
In een voorstel aan het verantwoordelijke ministerie van Milieu vraagt de organisatie om een wettelijke verankering van de boogschutterjacht. „Gezien de veranderende randvoorwaarden in de jacht moeten we de mogelijkheid hebben om ook daar te jagen waar het gebruik van traditionele vuurwapens een te hoog risico met zich meebrengt“, legt de Jägervereniging uit in het kader van de discussies over de herziening van de Landesjagdgesetz. Dit geldt vooral voor gebieden waar mensen en wilde dieren vaak dicht bij elkaar komen, zoals bijvoorbeeld in toeristisch ontwikkelde regio's.
De vereniging benadrukt dat niet alleen de veiligheid van de bevolking door het gebruik van pijl en boog verbeterd kan worden. Ook in nieuw opkomende zonneparken, die als potentiële jachtgebieden worden beschouwd, zijn vuurwapens ongepast. Vanwege het beperkte bereik en de precieze toepassing wordt het risico bij de boogjacht in bepaalde scenario's als aanzienlijk lager ingeschat.
De bezorgdheid over onnodige dierenleed wordt door de vereniging als gering beschouwd. Internationale studies tonen aan dat de effecten van jachtpijlen op het dierenlichaam gelijk zijn aan die van vuurwapens. Mocht Mecklenburg-Vorpommern groen licht geven voor deze jachtvorm, dan zou het zich aansluiten bij een groeiend aantal Europese landen waar de boogjacht al is toegestaan.
Primair ziet de Jägervereniging invasieve diersoorten zoals wasberen, nutria's, marderhonden of nijlgansen als geschikte doelgroepen voor deze jachtmethode. Daarnaast stelt de vereniging voor om ook tegen steeds problematischer wordende wilde zwijnen en vossen met pijl en boog op te treden. Deze aanpak zou in de toekomst een belangrijk onderdeel kunnen worden van schadebeperking en soortenbescherming in bepaalde regio's van Mecklenburg-Vorpommern.