Achtung: Je browser is verouderd. Houd er rekening mee dat Gunfinder daarom op sommige plaatsen niet zal functioneren. Je zou je browser zo snel mogelijk moeten bijwerken. Hier lees je meer!

Hoe beïnvloeden looplengte en kaliber elkaar?

Gunfinder Magazine

Juist door de “vrijgave” van geluiddempers voor jagers* is het onderwerp van de looplengte de afgelopen jaren weer een groter thema geworden. In veel jacht-, wapen- en ballistiekforums vindt men inmiddels bijdragen waarin druk gediscussieerd wordt,  in hoeverre de looplengte in combinatie met het betreffende kaliber invloed heeft op de effectiviteit van de kogel, zijn snelheid, baan en energie. Velen die nu hun wapen een loopdraad willen geven voor het gebruik van geluiddempers, worden met dit onderwerp geconfronteerd. Bij een dergelijke nabewerking van de loop wordt deze namelijk doorgaans  verkort.

Velen zullen daarom angstig zijn voor een dergelijke ingreep aan hun wapen en vrezen vooral dat ze achteraf problemen met de precisie zullen krijgen. Maar hoe verhouden looplengte en kaliber zich nu werkelijk tot elkaar? En met hoeveel vermindert een loopverkorting de kogel snelheid en de kogel energie bij gelijkblijvende laborering?

Omdat er simpelweg te veel parameters zijn die van belang zijn voor de kogel snelheid, kan dit helaas niet met een algemene formule worden beantwoord. Naast het kaliber zijn ook parameters zoals hulzenvolume, kogelvorm en verbrandingsgedrag van het kruit relevant. Vooral bij het laatste kunnen er bij elke patroon individuele afwijkingen optreden.

Zelfs bij standaardgeweer kalibers met hulzenlengtes in het bereik van 60 tot 65 millimeter, zoals bijvoorbeeld 7 x 64 of  .30-06  Spr., zijn er door deze afwijkingen bij looplengtes tussen 660 millimeter en 510 millimeter doorgaans snelheidsverschillen van 30 m/s tot ongeveer 50 m/s.

Hoezeer een loopverkorting deze verschillen nog vergroot, hangt dan bijna altijd af van de combinatie van de gebruikte loop, kaliber, kogeltype, enz. Een fundamenteel prestatieverlies kan na loopverkorting doorgaans echter worden gedocumenteerd. Echter, het moet hier worden opgemerkt dat dit bij loopverkortingen binnen de door wapenmakers aanbevolen maat meestal in sferen beweegt die voor het  jachtgebruik van het wapen geen al te grote gevolgen met zich meebrengen. Of een kogel van meer dan 160grs. nu met 780m/s of met 740m/s op het doel komt, zal zelfs in het geval van een bewegingsjacht, waarbij immers ook op bewegend wild wordt geschoten, nauwelijks een voor het jachtresultaat relevant verschil maken. 

Het is daarom altijd belangrijk om vooraf de deskundige mening van een specialist, doorgaans de vertrouwde wapenmaker, in te winnen en hem te vragen over de geplande loopverkorting met betrekking tot het gebruikte kaliber en de gebruikte laborering.

Dat verschillende laboreringen van hetzelfde kaliber met één en hetzelfde wapen tot verschillende treffers kunnen leiden, is algemeen bekend. Evenzo variëren ook kogel snelheid en kogel energie afhankelijk van de laborering. Aan de andere kant kunnen deze genoemde eigenschappen bij gebruik van dezelfde laboreringen uit twee verschillende wapens van hetzelfde kaliber variëren. 

Het blijft dus vast te stellen dat het schotresultaat van zoveel parameters afhangt, waarvan looplengte en kaliber er slechts twee zijn, en dat de jager zich voor de jachtuitoefening in principe moet verzekeren dat de gekozen combinatie van wapen, geluiddemper en munitie tot het gewenste resultaat leidt wat betreft treffers en kogelwerking.  Als hierbij na montage van de geluiddemper of enige andere structurele wijziging van het wapen een niet-negatieve afwijking wordt vastgesteld, moet men uitproberen met welke andere laborering het gewenste resultaat weer kan worden bereikt.

*Hiermee wordt de wijziging van de WaffG van 01.09.2020 bedoeld, waarna jagers het gebruik van geluiddempers bij de jacht landelijk zou moeten worden toegestaan

Passende aanbiedingen

Gesponsorde aanbiedingen

Dit kan je ook interesseren