Als drukluchtwapens worden vuurwapens aangeduid waarbij lucht wordt gecomprimeerd en in een drukvat wordt opgeslagen. De opgeslagen perslucht wordt via een klep vrijgegeven wanneer er geschoten moet worden, en stuwt zo het projectiel aan. Bij veerdrukwapens daarentegen genereert een veerbelaste zuiger een luchtkussen dat het projectiel aandrijft. Als derde systeem zijn er drukgaswapens, waarbij een koud aandrijfgas zoals kooldioxide het projectiel aandrijft - hierbij is geen spanning of compressie van de schutter nodig.
Deze systemen worden in de omgangstaal aangeduid als luchtgeweer of luchtpistool.
Druckluftwaffen die niet meer dan 7,5 Joule mondingsenergie hebben, zijn in Duitsland gemarkeerd met het teken “F in een vijfhoek” en zijn vanaf 18 jaar vrij verhandelbaar. Ook niet vergunningsplichtig zijn drukluchtwapens die voor 01.01.1970 zijn vervaardigd en op de markt zijn gebracht, evenals die welke voor 02.04.1991 op het grondgebied van de DDR zijn vervaardigd en op de markt zijn gebracht. In het geval van de laatste twee genoemde kunnen de wapens ook een mondingsenergie van meer dan 7,5 Joule hebben.
Druckluftwaffen die in geen van deze categorieën passen, zijn vergunningsplichtig en moeten in een wapenbezitkaart worden geregistreerd.