Fouten zijn vervelend, want ze tonen zich onvermijdelijk in je eigen treffers. Vooral wanneer meerdere van hen gelijktijdig samenkomen. De meest voorkomende schiet- en hanteringsfouten achtervolgen elke schutter, elke schutster – zowel beginners als gevorderden. Ze komen af en toe terug en roepen meestal dezelfde verbijstering op als de vorige keer. Daarom presenteren we hierbij een klein naslagwerk: Wat zijn de meest voorkomende fouten in de omgang met handvuurwapens?
De veiligheidsregels bij het omgaan met vuurwapens niet naleven
Of onbewust of uit nalatigheid – het negeren van de veiligheidsregels bij het omgaan met vuurwapens is levensgevaarlijk en toch komt het massaal voor. De schutter merkt vaak niet eens dat de loop van zijn eigen wapen niet in de veiligste richting wijst. Of dat hij zijn vinger op de trekker heeft liggen, terwijl hij helemaal niet klaar is om te schieten. Alleen door consequente training in het hanteren van wapens, vooral bij de start van de schietpraktijk, kan deze gevaarlijke fout preventief worden vermeden.
Het beroemde „Mucken“
Eveneens vaak te zien in de eerste schiettrainingen is het „Mucken“ - het naar beneden buigen van de pols bij het afvuren van een schot. Je probeert daarmee meer of minder onbewust de terugslag of de opwaartse beweging van het vuurwapen te compenseren, wat A) helemaal niet nodig is en bovendien B) vergeefse moeite is. Want als je polsen tijdens het schieten naar beneden buigen, raak je ook naar beneden.
Het wapen te stevig of te los vasthouden.
Met elk wapen leert de schutter opnieuw schieten. Dit komt door de specifieke terugstootkracht, die zich verschillend op jou als schutter uitwerkt: Afhankelijk van het gewicht van het wapen en het kaliber, evenals afhankelijk van jouw lichamelijke gesteldheid, neem je de terugstootimpuls op verschillende manieren waar. Bijgevolg verwerkt jouw musculatuur elke schot anders en moet zich opnieuw aanpassen aan elk nieuw wapen en elk nieuw kaliber. Het is dan ook niet zo eenvoudig om de juiste gripsterkte te vinden: Wapen en kaliber bepalen namelijk in belangrijke mate hoe stevig of los je het wapen kunt, mag of moet vasthouden. En beide, wapen en kaliber, zijn net zo variabele factoren als jouw lichaamsgewicht of jouw spierkracht.
Kimme & Korn niet correct uitlijnen
De suboptimale positionering van Kimme en Korn is vaak het gevolg van andere fouten; zoals het trillen. Als de pols buigt of het bovenlichaam van de schutter wiebelt, verplaats je onvermijdelijk Kimme en Korn en verlaat je die positionering waarin een exacte plaatsing van de schoten mogelijk zou zijn geweest. In een ideaal geval is je wapen op het doel afgesteld; dat betekent dat de schot precies op die plek van de doelwit terechtkomt waar Kimme en Korn op zijn uitgelijnd.
De vizierhulp de schuld geven van het schotbeeld
Juist bij de instap in de schietsport maak je door gebrek aan ervaring vaker fouten. Dat is normaal – en deze fouten mag je ook gerust toegeven. Geef je echter op de eerste dag van je schutterscarrière de kimme en het korrel de schuld van een onbevredigend schotbeeld, dan zul je het enorm moeilijk hebben om dit schotbeeld te optimaliseren – want het beste verbeterpotentieel op alle fronten is bij en in de schutter zelf te vinden. Naast deze vijf bijzonder vaak voorkomende fouten zijn er nog een heleboel andere die je op de schietbaan kunnen overkomen. En meestal merk je ze zelf alleen aan de hand van een schotbeeld dat je niet gelukkig maakt; jezelf observeren is moeilijk als je tegelijkertijd schutter en je eigen trainer bent. Om ervoor te zorgen dat je op de schietbaan zo efficiënt mogelijk kunt werken, worden je op deze plek twee bijdragen aanbevolen voor meer details over het onderwerp: