Wildschade ontstaat wanneer wild door zijn eetgedrag landbouw- en bosbouwproducten in gevaar brengt. De grootste en duurste wildschade doet zich voor wanneer wild zwijn grote graanvelden bevolkt of hele weilanden omwoelt. De schade in maïs- en tarwevelden is bijzonder problematisch, omdat de schade pas midden in het veld zichtbaar wordt.
Een overzicht van de mogelijkheden voor wildschadepreventie:
Jacht:
De jacht is voor de jager zeker de aantrekkelijkste manier van wildschadepreventie. Echter, de jacht op wild zwijn is niet eenvoudig, want de dieren zijn intelligent, leergierig en kunnen goed ruiken. Bovendien zijn de velden vaak tot aan de bosrand gezaaid en gezaaid, wat het de dieren mogelijk maakt om ongezien uit het bos in het graan te komen. Eenmaal in het veld kan het van buitenaf moeilijk zijn om ze te ontdekken. Daarnaast veranderen de dieren vaak hun routines en locaties - voor een succesvolle jacht is het aan te raden om de beweging met wildcamera's en mobiele hoogzitconstructies te anticiperen, en 's nachts warmte- en nachtzichtapparatuur te gebruiken voor lokalisatie. Verder zijn drones voor het lokaliseren van dieren tegenwoordig zeer in opkomst. Hierbij kunnen ook dure warmtebeelddrones de moeite waard zijn.
Wildvergrijping:
Welke mogelijkheden voor wildafschrikking zijn er?
Traditionele wildafschrikking heeft zich vooral in de afgelopen jaren als minder effectief dan gewenst bewezen. Om deze reden zijn er veel nieuwe afschrikmiddelen ontwikkeld die zich als zeer effectief hebben getoond. Deze afschrikmiddelen werken ofwel chemisch door het verspreiden van een sterke geur, of elektronisch door het uitzenden van geluid. Het voordeel: Ook zonder jachtinspanningen kunnen wildongevallen, vraatschade en wildschade verminderd worden.
Chemische Wildvergrämung:
Gericht voor zwart-, rood- en ree-wild is het aan te raden om combinatiepreparaten te gebruiken, die door de onaangename geur gevaar voor het wild signaleren. Dit jaar zijn zogenaamde wilde zwijn-stoppers weer erg populair - speciaal gericht op de “smaak” van wilde zwijnen.
Terwijl sommige middelen vooral puntueel worden ingezet, zijn zogenaamde geurhekken geschikt om gebieden over grotere afstanden af te schrikken - bijvoorbeeld wegen of hun kwetsbare delen. Vooral de geur van menselijk zweet laat voorzichtig wild alarm slaan en is goed om bepaalde gebieden onattraktief te maken voor het wild.
Belangrijk is bij de toepassing om te letten op hoe lang de geurstoffen werken. Sommige wildvergrämungsmittel geven hun geurstoffen geleidelijk vrij door verwering en zijn daarom zeer lang houdbaar. Sommige van deze geurstoffen overleven ook regen. Hier is het aan te raden om afhankelijk van de toepassing goed op de eigenschappen van het middel te letten.
Tegen het knabbelen van rood- en ree-wild blijken sprays effectief te zijn, die het wild "de eetlust verderven". Echter, hiervoor is een hoge inspanning nodig - dit kan bijvoorbeeld de moeite waard zijn bij fruitbomen in de buurt van de verblijfplaatsen van het wild. Volgens hetzelfde principe werken sprays die marters uit motorruimtes moeten houden.
Elektronische Wildvergrämung:
Voor knaagdieren, vooral marters, is ultrasoon bijna onverdraaglijk. Voordeel: Voor mensen is het geluid niet hoorbaar en daarom ook niet storend. Elektronische martervergrijzers stoten geluid uit in dit hoge frequentiebereik. Volgens hetzelfde principe zijn er ook vergrijzers voor grootwild beschikbaar, die worden geactiveerd door bewegings- of warmtedetectoren - volgens hetzelfde principe als een wildcamera. Naast ultrasoon werkt ook de vergrijzing met behulp van luide geluiden, aangezien deze echter niet onaangenaam maar alleen ongewoon zijn, kan hier een gewenningseffect voor het wild optreden.
Wildafschrikkingstechnieken in één oogopslag:
- chemische afschrikking, gebaseerd op geur
- Wildafschrikking richt zich tegen hoef- en roofwild.
- „Geurfences“ kunnen hele wegen beveiligen
- afhankelijk van de techniek kunnen hele gebieden wildvrij worden gemaakt
- akoestische afschrikking is geschikt in bevolkte gebieden
- weerstandsproducten zijn bijzonder lang houdbaar
- afbijten kan worden ingedamd met spray
Aflenkvoederingen:
Bij de aflenkvoedering probeert men het wild van de te beschermen gebieden af te leiden - en indien nodig te bejagen. Echter, hierbij moet voorzichtig te werk worden gegaan. Het is aan te raden het wild op het te beschermen gebied te bejagen en indien nodig te verjagen en op een andere plek te binden. Ideale uitrustingsstukken hiervoor zijn voederdrums, voederautomaten, beukenhoutteer en zoutblokken.