Schalenwild verwijst naar alle in het wild levende dieren die onder het jachtrecht vallen en die evenhoevigen zijn. De klauwen worden in de jagers taal als schalen aangeduid.
Tot het schalenwild behoren: ree, wild zwijn, damhert, edelhert, sikahert, gemzen, steenbok, muflon, eland en wisent (Europese bison).
Behalve het ree behoort al het schalenwild tot het grootwild. Het wild zwijn is in meerdere opzichten bijzonder. Ten eerste is het als enige schalenwildsoort geen herkauwer maar een omnivoor. Ten tweede kan het als enige wildsoort niet aan de boviden of cerviden worden toegewezen. Tot slot gelden er voor het wild zwijn vanwege de sterke populatie en de dreigende gevaren door de Afrikaanse varkenspest momenteel in Duitsland geen beschermde perioden.
Cerviden zijn geweidragers, waaronder herten en trugherten vallen. Bij de cerviden ontwikkelen alleen de mannelijke dieren jaarlijks een gewei als frontwapen, dat gedurende het jaar wordt afgeworpen. Tot de cerviden behoren ree, damhert, edelhert, eland en sikahert.
Bij boviden groeien bij zowel mannelijke als vrouwelijke dieren hoorns, die niet worden afgeworpen maar gedurende het hele leven blijven groeien. Gemzen, steenbokken, muflons en wisenten zijn boviden.
Kleinanzeige
