De drijfjacht is een vorm van de groepsjacht die meestal in het bos wordt uitgeoefend. Drijvers – met of zonder honden – gaan door het te bejagen gebied om het wild in beweging te brengen. Het doel is dat het wild in gematigd tempo langs de zogenaamde schuttersplaatsen (plaats waar een schutter staat) passeert, zodat er een schone schot kan worden gelost.
Schutters en drijvers dragen bij drijfjachten om veiligheidsredenen meestal speciale signaalkleding.
De schotafstand bij drijfjachten bedraagt doorgaans niet meer dan 100 meter. Aangezien er vaak uit beweging en zonder steun op het wisselende wild moet worden geschoten, zijn voor jonge jagers vooral de kalibers 8 x 57 IS en .308 Win aan te raden.
Bij sommige ervaren jagers zijn ook voor bijzonder schotvaste wild geschikte kalibers zoals .300 Win Mag zeer populair, hoewel ze relatief moeilijk te schieten zijn.