Een stutzen is een geweer waarbij de voorhand tot aan de loopmonding reikt. Dit wordt in de eerste plaats bereikt door een langere voorhand, anderzijds hebben stutzen traditioneel ook vaak kortere loopmondingen dan “halfgewerkte” geweren.
Bij geweren met korte lopen, en dus ook bij veel stutzen, bestaat het gevaar dat de drijflading van de patronen niet volledig verbrandt voordat het projectiel de loop heeft verlaten. Is dit het geval, dan bereiken de projectielen niet de snelheid waarvoor ze zijn ontworpen. Bovendien kunnen de mondingsknal, het mondingsvuur en de terugslag onder bepaalde omstandigheden sterker zijn.
Het grootste voordeel van een stutzen ligt in zijn schoonheid, bovendien kan het geweer tot aan de loopmonding worden neergelegd. Vanwege de terugslag is het bij halfgewerkte wapens niet mogelijk om de loop direct neer te leggen en zo een nauwkeurige schot te maken. Een belangrijk nadeel van een stutzen is dat er geen geluiddemper op kan worden geschroefd.
Een stutzen is te onderscheiden van een bergstutzen.