Bepaalde onderdelen van vuurwapens worden volgens de Wapenwet beschouwd als essentiële onderdelen. De reden is om uit te sluiten dat deze onderdelen worden gebruikt voor het vervaardigen van niet-geregistreerde vuurwapens.
De essentiële onderdelen zijn:
- De loop, of gasloop
- De sluiting, dat wil zeggen het onderdeel dat de patroon- of kartuschenkamer of de loop vóór het afvuren naar achteren afsluit.
- De patroon- of kartuschenkamer, voor zover deze niet al onderdeel van de loop is.
- Bij handvuurwapens behoort ook het handvat of andere wapenonderdelen tot de essentiële onderdelen, voor zover ze bestemd zijn voor de opname van het afschietmechanisme.
- De verbrandingskamer. Verbrandingskamers zijn er bij wapens waarbij er geen patroon- of kartuschenkamer is, maar waarbij de te verbranden ontstekings- of aandrijflading direct in de kamer wordt verbrand.
- De behuizing, dat wil zeggen het onderdeel van het wapen dat de loop, de trekkermechaniek en de sluiting huisvest. Als de behuizing uit twee delen bestaat, zijn beide essentiële onderdelen.
- De trommel bij revolvers
Wat deze onderdelen gemeen hebben, is dat ze essentieel zijn voor de werking van het wapen.
Essentiële onderdelen van vuurwapens zijn gelijkgesteld aan deze. Dit betekent bijvoorbeeld dat men zonder verwervingsvergunning geen van deze onderdelen mag verwerven. Als men verwervingsgerechtigd is en in het bezit komt van een essentieel onderdeel, moet dit worden geregistreerd in het wapenbezitbewijs.
Ter vergelijking: Het magazijn is bijvoorbeeld geen essentieel onderdeel (behalve bij de revolver, omdat de trommel tegelijkertijd ook patroonkamer is).