Bij holle schachten is de pistoolgreep steiler dan bij traditionele schachten. Dit maakt een ontspannen aanleggen in een natuurlijke houding van de hand op de trekker mogelijk. Door de doorgang van de duim bevindt het duimgewricht zich bij elke aanlegging in dezelfde positie, waardoor de aanlegging herhaalbaar wordt. De positie van de trekkervinger, parallel aan de loop, leidt ook tot een veilige en tegelijkertijd ontspannen trekkerdruk.
De holle schacht draagt dus bij aan rustiger en preciezer schieten.
Een nadeel van de holle schacht is echter dat het insteken van de duim in de holle schacht iets meer tijd kost dan het omgrepen van een normale pistoolgreep.
Hierdoor duurt het bij herhalingswapens iets langer om te herladen en een tweede schot af te vuren.
Holle schachten kunnen worden gebruikt bij herhalingsgeweren evenals bij knikloopgeweren.
Buiten het jachtgebruik zijn holle schachten vooral populair bij sport- en precisieschutters.